KNACK | Mathieu Charles
2018 ‘Het is tijd voor verhalen die de witte bubbels doorbreken’
Mathieu Charles, stafmedewerker cultuur bij het Minderhedenforum, schrijft over het belang van vertegenwoordiging in onze literatuur, ons theater en onze films: ‘We moeten een breder palet aan verhalen zichtbaar te maken. Wanneer je je als lezer of kijker in iets kan herkennen, is het een bevestiging van je wereld en de mogelijkheden die zich daarin bevinden.’
Bijna zestig jaar na de onafhankelijkheid van Congo, is de allereerste Nederlandstalige vertaling van werk van Congolese geschiedkundigen gepubliceerd (zie kader). Wanneer je vandaag in de meeste boekenwinkels en bibliotheken stapt, zou je denken dat er amper schrijvers zijn in Congo.
Een overgrote meerderheid van de boeken over de Democratische republiek Congo die wel vertaald zijn, zijn niet geschreven door Congolezen. Wat je wel in onze boekhandels vindt zijn reisverhalen, (exotistische) fictie en (pseudo-)wetenschappelijke werken, zichtbaar aanwezig maar gepresenteerd vanuit een eurocentrische blik op de ‘ander’.
Vesna Faassen en Lukas Verdijk, twee Nederlandse kunstenaars, publiceerden eind 2017 een verzameling essays in kader van hun onderzoek naar het Belgische koloniaal verleden. In het voorwoord van het boek, dat de naam Wanneer we spreken over kolonisatie / Quand on parle de la colonisation heeft gekregen, schrijven ze: ‘We hadden uitzicht op het De Coninckplein, dat bekend staat als een ontmoetingsplek van mensen met een (Sub-Sahariaanse) Afrikaanse migratieachtergrond. En het was daar, in die grote glazen kubus te midden van een van de meest superdiverse wijken in Antwerpen, dat we lazen dat in Vlaanderen nog nooit een Nederlandstalig boek van Congolese historici (opgeleid en werkzaam in de Democratische Republiek Congo) gepubliceerd werd.’
Dit heeft als gevolg dat bepaalde beelden en stereotyperingen over het continent Afrika steeds opnieuw gereproduceerd worden (soms los van de intenties van de schrijver). Ik spreek over het gehele continent omdat je die tendens in werk over verschillende landen ziet terugkomen.
Eén van de weinige uitzonderingen op die regel is Zuid-Afrika, waar zowat al het werk van J.M. Coetzee in het Nederlands vertaald is. Je kan zijn boeken in quasi elke boekhandel en bibliotheek vinden. Hij is een prominent literair exportproduct van het land én een witte Zuid-Afrikaan. Wanneer we op zoek gaan naar werk van Zuid-Afrikanen met een donkerdere huidskleur, zoals Phaswane Mpe of Zoë Wicomb (sommige van haar boeken kregen overigens wel een Nederlandse vertaling), zijn die nagenoeg niet te vinden.
Er is een hele lijst van schrijvers uit Afrika en de Afrikaanse diaspora die toonaangevende boeken hebben geschreven maar geen voet aan de grond krijgen in Nederlandstalig Europees grondgebied.
Onderschat het belang van vertegenwoordiging niet. Wanneer je je als lezer of kijker in iets kan herkennen, is het een bevestiging van je wereld en de mogelijkheden die zich daarin bevinden. Als dit niet aanwezig is voor de minderheden in een samenleving (daaronder vallen onder andere ook mensen die tot een minderheid behoren door seksuele geaardheid of handicap) ontstaat er een gevoel van vervreemding en irrelevantie. Daarnaast is het gebrek aan vertegenwoordiging van minderheden nefast voor de witte lezer of kijker omdat een fictief wereldbeeld naar voor wordt geschoven waarin zij steevast de protagonisten zijn en iedereen die daarvan afwijkt onzichtbaar is of louter in functie van die protagonisten bestaat.
In het boek The Good Immigrant, een collectie essays onder redactie van Nikesh Shukla, heeft leerkracht Darren Chetty het over een schrijfopdracht die hij aan zijn superdivers klasje van zevenjarigen gaf. Toen de verhaaltjes achteraf werden voorgelezen reageerden enkele kinderen op een verhaal waarvan het hoofdpersonage een verkeerde, ‘traditioneel’ Nigeriaanse, naam zou hebben. Personages en verhalen moesten, volgens de kinderen zelf, over witte en Britse mensen gaan. Darren concludeert uiteindelijk dat dit komt doordat in het merendeel van de kinder- en jeugdboeken enkel die verhalen en personages een platform krijgen. Om te illustreren dat het niet enkel in zijn klas voorkomt, roept hij andere leerkrachten ook op hun leerlingen te vragen hun 25 favoriete personages op te sommen en te tellen hoeveel van die personages een bepaalde etniciteit, geaardheid en/of handicap vertegenwoordigen.
Er is wereldwijd een onontgonnen schat aan (genre)literatuur en academische werken beschikbaar die, indien ze bijvoorbeeld Nederlandse vertalingen zouden krijgen, een lezerspubliek kunnen bereiken die bewust of onbewust vandaag naar die verhalen snakken. En dichter bij huis, in Vlaanderen, zijn er schrijvers, theatermakers en filmmakers die verhalen kunnen brengen die de witte bubbels doorbreken en de werkelijke waarde, mogelijkheden en ambities van de samenleving weerspiegelen. Het is een verrijking en zorgt voor empowerment bij iedereen in plaats van één bepaalde groep. Het is vandaag tijd voor verhalen die de witte bubbels doorbreken.
Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor uitgeverijen, bibliotheken, boekhandels en literaire organisaties. Zij moeten die verandering stimuleren en de uitdaging durven aangaan. We moeten een breder palet aan verhalen zichtbaar maken. En als dit onmogelijk of moeilijk realiseerbaar lijkt te zijn, kan ik nog altijd het verhaal vertellen van die twee Nederlandse kunstenaars (zie kader). Zij vonden in België niets terug over de Belgische koloniale geschiedenis geschreven door Congolezen die opgeleid en werkzaam zijn in Congo. Ze besloten dan maar om zelf een boek uit te brengen waarin deze mensen wel een stem kregen.
Mathieu Charles
Knack